Aantekeningen |
Op 11 juni 1668 worden Jacob Claesz WESTERKERCK, grootvader, en Adam Jacobsz WESTERKERCK, oom, tot voogden gesteld over het nagelaten weeskind van Jannetje Jacobsdr, waar Mathijs Alewijnsz. MAEN vader van is, namelijk Alewijn Matthijs MAEN, oud 3 jaar. De vader komt met de voogden overeen zijn weeskind te onderhouden en te alimenteren tot zijn mondige dag of huwelijke staat, te laten leren lezen en schrijven en bij mondige dag of huwelijke staat uit te zetten en op zijn 21e jaar of huwelijke staat uit te reiken f 125 carolus, te versterven op de erfgenamen ab intestato van moederszijde. Hiertegen zal hij behouden de gehele boedel met in- en uitschulden en verbindt hieraan 3 morgen 3 hond land, belend ten noorden de Woudweg, ten oosten en zuiden Reijnier Pauw ridder, heer ter Horst, etc. en ten westen de erfgenamen van Gerrit Jansz. van der Burg.
[Gemeentearchief Schiedam, RA Kethel en Spaland, inv. nr 172, fol. 75]
|