De herberg van Leendert Pietjouw en zijn vrouw Jenneken werd in 1737 bij de grote dorpsbrand die Loon op Zand trof geheel verwoest. Leendert was enkele maanden daarvoor overleden, Jenneken dreef de herberg op dat moment met haar jongste zoon, die net als zijn vader Leendert heette.
De brand brak op vrijdag 31 mei 1737 tegen het middaguur uit in het huis van Peter Poisson. Door de harde oostenwind verspreidde het vuur zich razendsnel en het resultaat was dat ruim één uur later de hele noord- en zuidzijde van de Kerkstraat was veranderd in verzameling nasmeulende puinhopen.
In de nasleep van de brand werd een zeer gedetailleerde inventarisatie gemaakt van de schade die de slachtoffers hadden geleden. Ook Jenneken komt daarin voor als de weduwe van Lindert PITSJOUW, herbergierster. Ze is 76 jaar en woont samen met haar kind van 29 jaar. Haar leeftijd is hiermee te hoog ingeschat, maar die van haar zoon Leendert zal redelijk kloppen. Van Jenneken zijn drie huisjes verloren gegaan met een totale waarde van 2000 gulden. Verder is de inboedel ter waarde van 250 gulden in vlammen opgegegaan en verloor ze drie kalveren.
[Bron: De Brabantse Leeuw, 1985 - 2/3]
Deze oude ansichtkaart van de Kerkstraat in Loon op Zand geeft ongeveer de plaats aan waar de herberg van Leendert en Jenneken gestaan moet hebben.